Publicitad R▼
Definición y significado de frank en vrij
Sinónimos
frank en vrij (adv./adj.)
eerlijk, eerzaam, frank, onbedekt, ongedwongen, onomwonden, onverbloemd, onverholen, openhartig, openlijk, oprecht, ruiterlijk, volmondig, vrijmoedig
Publicidad ▼
Ver también
frank en vrij (adv./adj.)
↘ directheid, direktheid, eerzaam, onomwonden, openhartigheid, openheid, oprecht, oprechtheid, rondborstigheid, vrijmoedigheid ↗ eerlijk, in alle onschuld, onbedekt, ongedwongen, open, openhartig, openlijk, rechtschapen, toegankelijk ≠ omkoopbaar, oneerlijk
Diccionario analógico
frank en vrij (adj. et adv.)
qui a le caractère de l'honnêteté, qui est fait avec honnêteté (fr)[Classe]
sincère (personne) (fr)[Classe]
artless, ingenuous (en)[Similaire]
frank en vrij (adj. et adv.)
d'une façon simple, sans prétention. (fr)[Classe]
sincèrement (fr)[Classe]
eerzaam; oprecht; eerlijk[ClasseHyper.]
Publicidad ▼
Contenido de sensagent
- definiciones
- sinónimos
- antónimos
- enciclopedia
computado en 0,328s